Aanspraken
Bijdragen in de kosten van korte cursussen
Elke werkgever moet zijn dakpersoneel gemiddeld minimaal twee dagen per jaar een cursus laten volgen. Dat staat in artikel 8b van de CAO BIKUDAK. Daarom noemen we korte cursussen ook wel 8b-cursussen. Cursussen uit de studiegids van TECTUM tellen mee. Dat geldt ook voor specifieke cursussen bij andere opleidingsinstituten die vooraf zijn goedgekeurd door het bestuur van SF BIKUDAK.
Werkgevers ontvangen voor goedgekeurde cursussen een bijdrage van € 290 per cursusdag. Het gaat om vaktechnische cursussen en om cursussen over bijvoorbeeld werkorganisatie, communicatie, arbeidsomstandigheden en veiligheid.
Voorbeelden zijn de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’, de VakScan en Topfit4TheJob. Leverancierscursussen tellen wel mee als cursus, maar werkgevers krijgen hier geen bijdrage voor.
Bijdragen in de kosten van omscholingscursussen
Als een werknemer duurzaam arbeidsongeschikt dreigt te worden, heeft hij aanspraak op omscholing. Om aanspraak te kunnen maken op een bijdrage uit het fonds is een verklaring van een BIG-geregistreerde bedrijfsarts nodig. Als deze verklaring is ingediend, worden de kosten voor deze omscholing volledig vergoed door SF BIKUDAK. Voor omscholing buiten de bedrijfstak is een bedrag van maximaal € 5.000 per werknemer per jaar beschikbaar.
In de CAO BTER staan de voorwaarden en de te volgen procedure uitgebreid beschreven.
Verlof voor stervensbegeleiding en rouw
In de CAO BIKUDAK is geregeld dat een werknemer loon krijgt doorbetaald bij verlof voor stervensbegeleiding en rouw. SF BIKUDAK betaalt de werkgever een bijdrage in het loon en de werkgeverspremies voor deze dagen. De werkgever vraagt de bijdrage aan bij APG.
Eenmalige uitkering vorst-WW
Een werkgever heeft bij onwerkbaar weer in de periode van november tot en met maart recht op een eenmalige uitkering in het kader van vorst-WW. Het bestuur bepaalt elk jaar achteraf de hoogte van de uitkering per werknemer die wegens vorst en sneeuwval niet kon werken.
Een voorwaarde voor de eenmalige uitkering is dat de werkgever aan APG vóór 1 november een kopie overlegt van de UWV-beschikking(en) over de afgelopen winterperiode. Uit de beschikkingen blijkt aan welke werknemers in dienst van de werkgever UWV over (een) dag(en) op basis van artikel 18 van de WW een uitkering wegens weersomstandigheden heeft toegekend.